Afghanistan - honderd jaar oorlog

Inmiddels zijn er al ruim een jaar Nederlandse militairen in Afghanistan actief, in wat een vredestichtende wederopbouwmissie heet te zijn. A hell of a job. Inmiddels is wel duidelijk dat de NAVO-eenheden niet in Afghanistan zijn om er 'even' een democratie naar westers model uit de grond te stampen. Maar wat is dan wel het einddoel?

De laatste 200 jaar is Afghanistan ongeveer 125 jaar in oorlog geweest, zowel in de vorm van onderlinge strijd als in verzet tegen buitenlandse indringers. Een groot deel van de Afghanen is al eeuwen bewapend. In de negentiende eeuw was Afghanistan inzet van een strijd tussen de Britten en de Russen, die een zuidelijke doorgang naar de zee zochten. In de twintigste eeuw werd het land met de inval door het leger van de Sovjet-Unie opnieuw een onherbergzaam strijdtoneel, in een laatste acte van de Koude Oorlog. Nog afgezien van de binnenlandse twisten tussen de Pasjtoenen, Tadzjieken, Oezbeken en Hezara's.

En voor we over de vrede verder praten, hoe zijn we ook al weer aan die oorlog gekomen? In vogelvlucht: na de aanslagen van 11 september 2001 in het hart van New York, die werden toegeschreven aan het terroristische Al Qaeda-netwerk, besloten de Verenigde Staten Afghanistan 'plat' te bombarderen. Dit na de weigering van de in het land heersende Taliban om de topmannen van Al Qaeda - waaronder de beruchte Osama Bin Laden - uit te leveren.

Die Amerikaanse bommenregen leverde ruim drieduizend burgerslachtoffers op, op wrange wijze een gelijkmaker voor de slachtoffers van de aanslagen in de V.S. Zoals in elke oorlog betalen onschuldige burgers de hoogste prijs.

De heersende Taliban werden na een hevige strijd uit de Afghaanse machtscentra verdreven, door noordelijke Afghaanse strijdgroepen, daarbij gesteund door de Amerikanen. De Taliban trokken zich terug in de ontoegankelijke berggebieden, maar bleken na enige tijd allerminst verslagen.

En toen kon er aan de vrede gewerkt worden... Of toch niet? Afghanistan blijkt één groot slagveld te zijn, waar de bevolking buiten de steden nog steeds - waar mogelijk - wordt geterroriseerd door de Taliban en waar het geweld tussen de overige strijdgroepen en hun krijgsheren elk moment kan oplaaien. De economie komt nog nauwelijks op gang en ook de veiligheid voor de burgers is maar zeer beperkt toegenomen.

De Taliban zijn een stel religieuze fanatiekelingen, die met hun steil fundamentalistische interpretatie van de islam het land jaren in een ijzeren greep hebben gehouden. Het gaat er dan ook in als koek wanneer ze in de westerse media worden afgeschilderd als barbaarse lieden die als ratten dienen te worden verdelgd. Dat dit soort taalgebruik ordinaire oorlogspropaganda is, wordt al snel vergeten. Immers, het geheugen van zowel mediamakers als het publiek blijkt verbazend kort. En een vijandbeeld eenvoudig te manipuleren.

Want hoe en wanneer zijn de Taliban militair zo sterk geworden? En hoe kwamen ze aan al die wapens? Gewoon gekregen, van de Amerikanen. In een tijd dat het van pas kwam om de Afghaanse strijdgroepen te 'voeren' met wapentuig en zo de Russen uit Afghanistan te werken.

Waren de Taliban indertijd dan meer verlicht, in religieuze zin? Geenszins. Zag de Amerikaanse inlichtingendienst CIA de risico's van een dergelijke operatie niet? Wat, hoorde ik daar iemand 'olie' zeggen?

Kijk nog eens op uw gemak naar het interview dat het programma Andere Tijden in november 2001 had met de voormalige CIA-topman Charles Cogan:

Verhelderend. Op het cynische af, wanneer Cogan aan het eind van het interview opmerkt: “To predict the future is barely, nearly impossible. (...) Even and especially for the agency.”