'Met haar lichaam als glas...'

Het Glazen LichaamZaterdag 2 februari 2008 vond in Rotterdam een technologie-festival plaats met de titel "Het Glazen Lichaam". Het Glazen Lichaam bedoelde de bezoekers bewust te maken "in hoeverre alles onthullende technologieën steeds meer doordringen in ons dagelijks leven. Technologieën die ons lichaam van glas maken. Maakbaar, maar ook kwetsbaar."

Dit festival was een eerste uit de reeks 'Saturday Night Science', georganiseerd door het Rathenau Instituut in samenwerking met NRC Handelsblad. Locatie was het WTC-gebouw aan de Coolsingel. Een uitermate chique locatie, ruim duizend bezoekers, een welgesteld en overwegend wit publiek. Kortom, de NRC Handelsblad-doelgroep was present.

Het Rathenau Instituut is opgericht met het doel de maatschappelijke betekenis van technologie systematisch te bestuderen. Het instituut opereert op het snijvlak van wetenschap, technologie en samenleving: het wil het maatschappelijk debat en politieke oordeelsvorming stimuleren en onderzoekt daarnaast de dynamiek van de wetenschappelijke en technologische ontwikkeling zelf. Een hele mond vol. Naast voorlichting aan het Nederlandse publiek, adviseert het Rathenau Instituut ook het parlement op het gebied van technologie.

Er waren in totaal vijftig sprekers uitgenodigd om de zegeningen en gevaren van de informatiemaatschappij door te lichten: gesleutel aan het DNA, prenatale diagnostiek, de geschiedenis in je genen, een oceaan van gekoppelde databanken, de opkomst van surveillance society en het einde van onze privacy. En dat alles in een speelse, nieuwsgierig makende setting...

In de openingssessie interviewde Rathenau-talkshowhost Christiaan 't Hof een aantal gasten, waaronder Alexander Pechtold (D66). Die mocht eerst even opgeven over zijn dapper politiek verzet bij de invoering van de identificatieplicht. Daarna werd Pechtold aan de tand gevoeld over de privacy-gevoelige aspecten van het biometrisch paspoort, dat tenslotte onder zijn bestuur is ingevoerd. Pechtold ziet nog steeds geen gevaren in een centrale databank waar alle gegevens uit het digitale paspoort worden opgeslagen, inclusief vingerafdruk en gelaatsscan. Zo'n centrale opslag is prima, aldus Pechtold, als maar goed is geregeld wie er wanneer toegang toe heeft.

Ook maakte Pechtold zich nog niet al te veel zorgen over het gebruik van al die data die over ons burgers worden verzameld door politie- en inlichtingendiensten. Immers, er zou in Nederland geen sprake zijn van 'fishing', het willekeurig doorzoeken van databanken op zoek naar verdachte patronen die kunnen wijzen op strafbare feiten, zoals in de Verenigde Staten al gebruikelijk is. In een volgende festival-sessie ('U wordt verdacht') stelde hoogleraar stafrecht Ybo Buruma vast dat Pechtold toch echt niet op de hoogte was van de laatste stand van zaken. Buruma betoogde dat meer en meer van de eindeloze stroom beschikbare data gebruik wordt gemaakt om dader- en risicoprofielen samen te stellen waar de strafbare daad dan later bij wordt gezocht.

Aad Meijboom
Aad Meijboom

In de sessie "U wordt verdacht" was overigens eerst de beurt aan Aad Meijboom, politiekorpschef Rotterdam Rijnmond. Meijboom hield een promotiepraatje voor de politie in de regio Rotterdam, met klinkende cijfers en indrukwekkende resultaten. Ethische dillemma's en grenssituaties lijken aan hem niet echt besteed. "De politie houdt niet een soort bonuskaart van u bij, concentreert zich op het vangen van boeven en respecteert daarbij de wetgeving." Dat technologie daarbij heel behulpzaam kan zijn, illustreerde Meijboom met het voorbeeld van de opsporing van relschoppers na de wedstrijd Ajax-Feijenoord. Om getuigen te verzamelen was het middel SMS-alert ingezet: alle personen waarvan op grond van verzamelde gegevens was vastgesteld dat zij zich rond het tijdstip van de rellen in de buurt van het Feijenoord-stadion bevonden, hadden een SMS gekregen. "Hallo, hier de politie Rotterdam Rijnmond. Wij weten dat u zich op het moment in kwestie in de buurt van het Feijenoord-stadion bevond. Hebt u soms iets gezien?" Meijboom gaf toe dat aan het versturen va het SMS-alert een fikse discussie was voorafgegaan, maar concludeerde tevreden: "Ja, het was toch eigenlijk gewoon een buurtonderzoek!"

Ybo Buruma
Ybo Buruma

Ybo Buruma stelde in zijn betoog nog vast dat de groeiende stroom gecombineerde data niet leidt tot een meer betrouwbaar resultaat dat kan dienen als bewijsmateriaal, maar dat gecombineerde data juist bijdragen aan een grotere onbetrouwbaarheid van het onderzoeksresultaat van politie- en inlichtingendiensten. De data zijn te ongericht verzameld en raken zo meer en meer 'vervuild'. Verder waarschuwde Buruma ervoor dat er bij de opsporing en vervolging teveel van wordt uitgegaan dat mensen onveranderlijk zijn. Strafbare feiten uit het verleden worden mensen eindeloos nagedragen, we worden versteend tot dat wat digitaal aan belastende zaken over ons is opgeslagen. Je hebt het recht te veranderen, je te ontwikkelen, aldus Buruma.

In de aanschuif-discussie op de bovenste verdieping van het WTC gingen Fred Teeven, Bart Jacobs en Bart Schermer in gesprek over het thema Digitale Voetsporen, 'wat ze willen weten en of het helpt'. Fred Teeven hoefde zich slechts te bewijzen als hardliner en stelde zich op het standpunt dat privacy te vaak gelijkstaat aan anonimiteit en dat anonimiteit de voedingsbodem is voor criminaliteit. De toon was gezet.

Teeven was lekker op dreef, dus hij deed er nog een schepje bovenop: "Privacy is niet in de eerste plaats het recht van het individu, maar het voorrecht van velen. Zo gemeenschappelijk opgevat kan het noodzakelijk blijken een stuk privacy op te offeren voor de door het collectief gewenste veiligheid. Voor de evenwichtige verdeling van dit alles draagt de overheid zorg. Vertrouwen in de overheid wordt hier voorondersteld. 'Immers', zo stelde Teeven, 'wie in onze democratie niet gelooft in een betrouwbare overheid, begeeft zich op een hellend vlak.' En zo was de cirkel rond.

Hoewel het erg moeilijk is iets in te brengen tegen een dergelijke gesloten argumentatie waarin elke twijfel ontbreekt, deed prof. Bart Jacobs een poging. Hij maakte een kanttekening bij het begrip veiligheid door te stellen: 'Een dictatuur is voor veel mensen veel veiliger dan een democratie'. En: 'In een democratie kiezen we er bewust voor om te gaan met risico's, omwille van de vrijheid die de democratie biedt aan velen.' Jacobs citeerde verder de Britse privacy-functionaris Richard Thomas die al enkele jaren geleden stelde dat zijn land 'was sleepwalking into surveillance society'. Ook waarschuwde Jacobs voor de tendens om met technische middelen problemen op te willen lossen die in wezen niet technisch zijn.

Teeven was van al deze argumenten natuurlijk niet onder de indruk, omdat hij op het standpunt staat dat een harde aanpak nu eenmaal onaangename maatregelen vereist. Iemand moet het doen, weetjewel. En dat dat stemmen oplevert, is een mooie bijkomstigheid. En een samenleving wordt veiliger door repressie, voor hen die zich al in het centrum van de macht bevinden.

De speelse en nieuwsgierigmakende setting van dit festival was een interessant experiment. De grimmige consequenties die bij de behandelde onderwerpen aan den einder opdoemden dreigden het speels karakter al snel te verstikken. Wellicht kunnen we over een aantal jaren vaststellen of deze frivole benadering als heel leerzaam of als volstrekt naïef moet worden beoordeeld, achteraf bezien.

Ja, en die kop kwam van Herman Gorter, voor wie het glazen lichaam nog iets heel anders betekende.

Uit de Verzen 1890, 'Toen zag ik je':

Toen zag ik je --
Er was toen veel licht,
de kamer was een bloem die dicht
in eens open uit gaat schijnen,
het licht vloog rond in lijnen.

Ik was heel stil en ik dacht niet veel,
ge hebt gekeken en heel
mijn hoofd is wijd opengewaaid,
zooals 's zomers opengelaaid
boven op een wijd, wijd land,
in een wijd wereldsch open land --
zoo was ik eens in die kamer
in die roode gouddoorlijnde kamer
waar het gasgoudlicht doorvloog op vleugels
vleugslaande wegslaande roeivleugels
in de teere lucht,
in de bevende lucht,
in de lucht die vlucht als je doorgaat --
hoor hoor hoor o ik hoor het,
je teer droog keelstemmetje spreken,
omhoog en wat lager spreken
vlak voor me, ik rook je teer vleesch,
je uitschijnend stillevend vleesch,
ik stikte in je oogenkijken
in dat tintelend bloote kijken
uit dat stil hoofdbewegen,
in dat trillen en dat bewegen
van je handen en je hoofd en je voet
zooals het aan me nu nog doet.
O kon ik maar vinden
het uitvlietend gezwinde
woordenriviersterrelsel
waarin ik het alles vertel
voordat ik weg ga sterven
in het leven waarin ik zoo zwerve.
Maar o schoone tintelkleure
die binnen de groote lichtdeuren
van den zonzomer is,
en al de lichtlichternis,
de hooge heilige mis
van de dagen,
en goudlicht en avondschijn
in de roode kamer die zijn,
waarin zij toen was
met haar lichaam als glas
zoo doorzichtig, zoo lichtig, wilt wezen
samen altijd uitgelezen
in me die haar eenmaal zag
in uw licht roodgoudwitten dag.

Want laat ik maar bibbren
en maar heel wèg sidderen
in woorden opdat niets meer is
dan hare lichternis.