2.5 Van ARPANET naar Internet

Afbeelding 2: ARPANET in 1971

Na een eerste testfase waarin diverse gebreken aan het netwerk worden verholpen, vindt een snelle uitbreiding plaats van ARPANET. Universiteiten en onderzoeksinstituten verspreid over de Verenigde Staten worden onderling verbonden via het computernetwerk. Nieuwe toepassingen ontstaan naarmate er meer mensen van ARPANET gebruik maken.

Op de timesharing computers was het al mogelijk voor gebruikers om elkaar via de computer elektronische boodschappen te sturen. Een logische volgende stap is nu te onderzoeken hoe het binnen ARPANET mogelijk gemaakt kan worden om boodschappen van computer naar computer te verzenden. Een van de ingenieurs van BBN, Ray Tomlinson, schrijft in 1971 een programma voor ARPA om e-mail te lezen en te schrijven. Tomlinson is ook degene die keuze maakt voor het '@'-symbool als het verbindende karakter tussen de naam van de gebruiker en de betreffende computer in het e-mailadres.

Twee onderzoekers van UCLA, Vint Cerf en Bob Kahn, werken de technische details uit van een opzet waarin verschillende computernetwerken met elkaar verbonden kunnen worden. Deze opzet maakt het mogelijk om ook andere computernetwerken met ARPANET te verbinden. De weg naar de ontwikkeling van een wereldwijd Internet ligt open. In 1974 publiceren Cerf en Kahn een artikel waarin ze een vervanging voorstellen van het tot dan toe gebruikte protocol voor packet switching. Het nieuwe protocol, dat al spoedig breed wordt toegepast, heet 'Transmission Control Program' (TCP). Dit protocol, dat als TCP/IP nog wordt opgesplitst in twee onderdelen, wordt enkele jaren later de standaard voor de uitwisseling van alle digitale gegevens over internet.

Al in 1974 start BBN een commerciële versie van ARPANET, onder de naam Telenet. De mogelijkheden van de digitale communicatie komen echter pas echt binnen het bereik van particuliere gebruikers door de ontwikkeling van de personal computer halverwege de jaren '70. Internet, dat zich in de loop van de zeventiger jaren langzaam over de wereld verbreid, is in die tijd nog een zaak van universiteiten en overheidsinstellingen.