4.2.2 Pastoraat op internet als vertrouwelijke communicatie

Om te illustreren hoe dicht een discussie over encryptie bij de kerkelijke praktijk kan komen, wil ik in het kort het voorbeeld van pastoraat via internet bespreken. Op de website van de in Zwitserland gestarte Internetseelsorge76 wordt bezoekers uitgelegd dat persoonlijke gegevens en informatie die met het pastorale contact per e-mail gemoeid zijn, vertrouwelijk zullen worden behandeld. De pastores zijn professionele zielzorgers en gebonden aan het ambtsgeheim.

De website van Internetseelsorge bevat hyperlinks naar pastores in diverse taalgebieden. Geen van deze pastores lijkt echter over een publieke encryptie sleutel te beschikken, waardoor in ieder geval het eerste contact zonder encryptie gelegd dient te worden. Navraag leert dat versleuteling van de communicatie wel meerdere malen onderwerp van discussie is geweest in de vijf jaar dat Internetseelsorge inmiddels bestaat, maar niet belangrijk genoeg wordt gevonden. Slechts in incidentele gevallen hebben enkele pastores op verzoek van pastoranten gebruik gemaakt van e-mailencryptie. Enkele van de argumenten tegen het gebruik van encryptie is dat niemand geïnteresseerd is in de inhoud van pastorale e-mail en dat het welhaast onmogelijk moet worden geacht uit de grote stroom data die via de mailservers loopt de informatie van de pastorale e-mails te filteren.77

Wanneer we echter de vele technische mogelijkheden voor het onderscheppen van e-mail en het hacken78 van computers inventariseren, wordt het een vraag in hoeverre deze pastores echte garanties kunnen geven voor de vertrouwelijkheid van de correspondentie. Het zou een professionelere en meer betrouwbare indruk maken, wanneer tenminste de mogelijkheid werd geboden via beveiligde communicatiekanalen met de pastores te communiceren. In het pastoraat via internet, dat in een duidelijke behoefte lijkt te voorzien, zou public key cryptography een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het bewaren van het vertrouwelijk karakter van de pastorale contacten.


76. Zie: Internetseelsorge: http://www.seelsorge.net/
77. Bron: Jakob Vetsch (Zürich), voorzitter van Internetseelsorge, 16 oktober 2000 (persoonlijke communicatie).
78. Oorspronkelijk werd in de wereld van computers en internet onder een 'hacker' verstaan: iemand die zich met enthousiasme stort op het doorgronden van programmeerbare systemen en uit probeert te vinden hoe er maximale prestaties uit een systeem te halen zijn. Het zich toegang verschaffen tot beveiligde computersystemen maakte ook deel uit van deze zoektocht naar kennis, maar had niet tot doel schade aan te richten aan de bezochte systemen. In recenter tijd is een 'hacker', mede onder invloed van de media, gelijk komen te staan aan een persoon die zich met kwade bedoelingen toegang tot een computersysteem verschaft om er gevoelige informatie uit te ontvreemden of het systeem vast te laten lopen. In deze laatste zin wordt 'hacken' opgevat als een duidelijk criminele activiteit. Voor een beschrijving van hacken in de eerste betekenis, zie: Levy, S., Hackers. Heroes of the Computer Revolution (Penguin: Londen 1984).