4.3 De vrijheid van meningsuiting en het internet

De kwestie van het recht op privacy houdt direct verband met een ander thema: de vrijheid van meningsuiting. Het internet is een medium dat zich onttrekt aan elke directe vorm van controle, aangezien het geen centraal bestuur kent. Dit gegeven leidt tot grote vrijheden en deze vrijheden leveren tegelijkertijd vele nieuwe vragen op. Mag iedereen die zich op internet begeeft alles zeggen? Zo niet, waar liggen dan de grenzen en wie bewaakt deze? Is het goed dat, wanneer we ons op internet begeven, we geconfronteerd kunnen worden met ongeacht welk materiaal? Zo niet, dient er vooraf een selectie te worden gemaakt van toelaatbare en ontoelaatbare informatie en aan wie vertrouwen we deze selectie toe? De vrijheid van meningsuiting moet hier wereldwijd een toets doorstaan. Gezien de grote verscheidenheid in de vrijheden per land, in religieuze overtuigingen en in normen en waarden, spelen er ook tegengestelde belangen in de discussie over de vrijheid van meningsuiting op internet.

Overheden worden zenuwachtig van het gebrek aan controle in cyberspace. Er wordt dan ook naarstig gewerkt aan het ontwerpen van nieuwe, internationale wetgeving. Een voorbeeld is het Europese Convention on Cybercrime79, waarin moet worden vastgelegd welke activiteiten op computernetwerken strafbaar zijn en ook te vervolgen in Europees verband. Eén van de onderwerpen die in dit cybercrime verdrag wordt besproken is de aanpak van de verspreiding van kinderpornografie via internet. In diverse landen is ook een on line meldpunt waar internetgebruikers melding kunnen maken van plekken waar kinderporno wordt aangeboden op internet.80

In het geval van kinderpornografie is zo goed als iedereen van mening dat moet worden gewerkt aan een effectieve bestrijding. In het geval van pornografie waarin volwassenen figureren en in het geval van materiaal dat als racistisch, discriminerend of beledigend wordt ervaren, is het dikwijls al veel moeilijker vast te stellen waar de grenzen van het toelaatbare worden overschreden. Een effectieve bestrijding van materiaal op internet waarmee lokaal de wet wordt overtreden is moeilijk: de in november 1998 verboden Nederlandse extreemrechtse partij CP'86 had haar website ondergebracht bij een internetprovider in Texas, omdat er in de Verenigde Staten meer vrijheid bestaat voor racistische uitlatingen in woord en geschrift. De on line editie van het anarchistische tijdschrift Radikal kreeg in april 1997 onderdak bij de Nederlandse provider XS4ALL, na verboden te zijn in Duitsland. Enkele grote Duitse internetaanbieders blokkeerden vervolgens, op aandringen van de Duitse overheid, de toegang tot belangrijke delen van het Nederlandse internet. Deze poging tot censuur werd uiteindelijk opgegeven, doordat een volledige blokkade technisch niet mogelijk bleek en ook in andere landen versies van de Radikal-website opdoken.81

In landen waar de vrijheid van meningsuiting ook al op andere manieren aan banden is gelegd, wordt het internet beschouwd als een bedreiging voor de gevestigde orde. In diverse islamitische landen loopt al internetverkeer dat het land uitgaat via door de staat beheerde computers, waarmee controle kan worden uitgeoefend over de burgers.82 Deze centrale computers fungeren ook als filter: diverse delen van internet zijn onbereikbaar gemaakt. De officiële lezing is dat het filter enkel dingen blokkeert die in strijd zijn met de in die landen gekoesterde morele waarden. In praktijk blijkt dat materiaal dat kritiek op de regering bevat, of het nu gaat om politieke thema's of de schending van mensenrechten, niet door de filters wordt doorgelaten. Ook diverse niet-islamitische landen controleren het internetverkeer van hun burgers op directe wijze: van de overheden in landen als India, China en Singapore is bekend dat zij op zeer actieve wijze het internetverkeer van individuele gebruikers in de gaten houden.

Vanuit de opvatting dat nationale maatregelen tot regulering van de inhoud niet passen bij het globale karakter van internet, hebben diverse industriële leiders al gezamenlijke voorstellen gedaan om te komen tot een internationale keuringssysteem voor de inhoud van het World Wide Web ten einde "zowel kinderen als de vrijheid van meningsuiting te beschermen".83 De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) heeft, samen met andere leden van de Global Internet Liberty Campaign (GILC), haar bezorgdheid uitgesproken over dit systeem van keuring voor 'schadelijke en illegale inhoud' (harmful and illegal content) op internet.84 Volgens HRW zal een gestandaardiseerd keuringssysteem het regeringen wereldwijd te gemakkelijk maken om, met behulp van op maat gesneden filtersoftware, grote delen van de inhoud van internet te blokkeren en een dergelijke filterpraktijk ook op te leggen aan openbare instellingen als bibliotheken en scholen.85 HRW en GILC pleiten voor meer nadruk op een zelfregulerende aanpak voor de controle op de inhoud van internetinformatie, in de hoop hiermee de greep van overheden op de vrijheid van meningsuiting via internet te beperken.


79. Convention on Cybercrime (ETS No. 185) Council of Europe. Budapest, 23 november 2001. Zie ook: http://conventions.coe.int/Treaty/EN/Treaties/Html/185.htm
80. Zie voor Nederland: http://www.meldpunt.org/
81. Voor een verslag van de gebeurtenissen rond de Radikal blokkade, zie: http://www.nadir.org/nadir/archiv/Medien/Zeitschriften/radikal/netzzensur/
82. Dit is het geval in o.a. Bahrein, Iran, Jemen, Saudi Arabië, Tunesië, de Verenigde Arabische Emiraten en Syrië. Een land als Irak heeft haar burgers elke toegang tot internet onmogelijk gemaakt.
83. Het voorgestelde keuringssysteem moet worden samengesteld door de in mei 1999 opgerichte Internet Content Rating Association (ICRA).
84. Zie: Human Rights Watch website, http://www.hrw.org/wr2k/Issues-04.htm
85. Dit is wat betreft openbare instellingen inmiddels praktijk in diverse Amerikaanse staten. Ook de Australische overheid heeft vergevorderde plannen voor het filteren van internet in combinatie met een nationaal keuringssysteem.