Hoofdstuk 4 - Naar een verantwoordelijke kerk in cyberspace

Inleiding

In het vorige hoofdstuk heb ik een poging gedaan te inventariseren welke vragen er gesteld moeten worden bij een beoordeling van het kerkelijke gebruik van internet als communicatiemiddel. Aan de hand van voorbeelden heb ik geprobeerd een indruk te geven van de rol die het internet tot nu toe speelt in de kerkelijke communicatie. Om de strategie die op dit terrein door de kerken wordt gekozen enigszins kritisch te kunnen beoordelen, greep ik terug op een aantal theologische modellen, zoals die in 1975 beschreven werden door C.J. Hamelink. Deze modellen vormden een samenvatting van de theologische motivatie die werd verleend aan kerkelijke vormen van communicatie via de publieke media.

In de zeventiger jaren speelden de vragen rond de kerkelijke communicatie het meest actueel op het terrein van radio en televisie. In het gebruik van deze media heeft sindsdien een duidelijke ontwikkeling plaatsgevonden. De radio- en televisie-uitzendingen die namens of door de kerken worden verzorgd, dragen tegenwoordig een herkenbaar professioneel karakter. Er zou dan ook verwacht mogen worden dat het kerkelijk denken over de publieke communicatie sinds de jaren '70 een ingrijpende ontwikkeling heeft doorgemaakt. Indien er van een dergelijke ontwikkeling sprake is geweest, zou de resultaten van dit denkproces ook terug te vinden moeten zijn in het kerkelijke gebruik van internet.

Wanneer we de diverse vormen van kerkelijke communicatie op internet aan een nader onderzoek onderwerpen, komen we tot geheel andere conclusies. Slechts in zeer beperkte mate worden de ervaringen in het gebruik van de publieke media toegepast bij de eerste stappen op het internet. Zo is er men er tot nu toe slechts ten dele in geslaagd de eigenheid van het digitale medium te ontdekken en vervolgens deze karakteristieken ook te benutten. Integendeel: via internet, bij uitstek een medium dat geschikt is voor laagdrempelige communicatie met een ongekend breed publiek, richten de kerken zich veelal op de eigen achterban. Ook worden er publicaties, die tot dan toe enkel als drukwerk verschenen, in digitale vorm gereproduceerd, zonder verdere aanpassing aan het medium 59. Daarnaast zijn er pogingen de bekende vorm van de kerkelijke radio- en televisie-uitzending via het internet te reproduceren: geluidsopnamen en videobeelden van de kerkelijke eredienst worden via internet uitgezonden, terwijl de huidige bandbreedte slechts een zeer beperkte beeldkwaliteit toelaat. Deze keuze voor herhaling en verdubbeling van bestaande, uit andere media afgeleide vormen van communicatie, suggereert een onbekendheid of verlegenheid met het nieuwe medium internet. In veel gevallen ontbreekt een ter zake kundige aanpak, welke blijk geeft van inzicht en visie.


59. Zoals bekend is het lezen van teksten op een computerbeeldscherm inspannender dan het lezen van papier. Tekst bedoeld voor het internet wordt 'pakkender' geschreven en in kortere fragmenten opgedeeld. Door met behulp van hypertext een gelaagdheid in de geboden informatie aan te brengen (van algemeen naar gedetailleerd), kan toch alle informatie gepubliceerd worden. De cursussen 'Schrijven voor Internet' aan de Scholen voor Journalistiek wijzen er op dat voor de productie van informatieve teksten, bedoeld voor publicatie op het World Wide Web, een nieuwe stijl van schrijven vereist is.