4.4 Arm en rijk in een mondiale netwerkeconomie

Hoewel volgens velen met de komst van het internet een veelbelovende 'global village' werkelijkheid is geworden, is deze conclusie voor grote delen van de wereld bijna cynisch te noemen. Met name in Afrika en in grote delen van Azië en Latijns-Amerika is de toegang tot internet uiterst beperkt. Deze gebrekkige toegang wordt veroorzaakt door het simpele gegeven dat de armere landen van de wereld niet over een stabiel telefoonnet beschikken met landelijke dekking en dat door het lage gemiddelde inkomen de meeste mensen niet de beschikking hebben over een computer. In de landen van het zogenaamde arme Zuiden is het dan ook enkel de rijke, geletterde bovenlaag van de bevolking die toegang heeft tot internet.

Toch kan gesteld worden dat een wereldomspannend computernetwerk als internet ook direct van invloed is op het leven van bewoners van de armere landen. Door de veranderingen die de informatietechnologie teweeg heeft gebracht in de internationale economie, krijgen mensen wereldwijd te maken met de gevolgen van deze ontwikkeling. Internet kan worden beschouwd als een van de exponenten van de mondiale netwerkeconomie. De optimistische profeten van de 'Nieuwe Economie' voorspellen dat wanneer iedereen nu maar toegang krijgt tot de communicatiemiddelen en informatie, het ontstaan van een mondiale netwerkeconomie ook de armoede in de wereld zal kunnen terugdringen. Een verdere vergroting van de netwerken zal er voor zorgen dat steeds meer groepen directe toegang tot informatie en markten krijgen, ook in de Derde Wereld, zo luidt de optimistische lezing. Dat er wellicht eerst nog geweldige hindernissen op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en politieke stabilisering geslecht moeten worden, voor er in de ontwikkelingslanden voldoende basis is om in de informationele netwerken te kunnen concurreren, wordt hier voor het gemak vergeten.

Eén van de wetenschappers die een veel somberder beeld schetst van de recente ontwikkelingen is Manuel Castells, socioloog aan de University of California. In zijn driedelige werk The Information Age: Economy, Society and Culture91 beschrijft Castells het ontstaan van een informationele (informational) en mondiale economie, waarin de concurrentiekracht van de spelers (bedrijven, regio's of landen) afhankelijk is van hun vermogen om elektronische informatie te creëren en te verwerken. Castells laat zien dat de ontwikkeling van de informatie- en communicatietechnologie in de laatste decennia een volslagen ander ontwikkelingspad volgt dan eerdere technologieën. Hij spreekt hier van een informationele wijze van ontwikkeling: een flexibele, alles doordringende en reflexieve ontwikkeling, in plaats van slechts een additieve ontwikkeling. Het reflexieve karakter van deze technologieën bestaat daaruit, dat ieder product tegelijkertijd ook weer grondstof is voor nieuwe producten - informatie - waardoor een permanente versnelling van het vernieuwingsproces ontstaat.

Vervolgens laat Castells zien dat met behulp van dit zelfversnellende vermogen een nieuwe, mondiale economie is ontstaan, die opereert via netwerkstructuren. "Capital is managed around the clock in globally integrated financial markets working in real time for the first time in history."92 Zonder de informatietechnologie - computers, software, communicatiemiddelen - zou dit ondenkbaar zijn. De nieuwe economie is mondiaal omdat de belangrijkste aspecten, van financiering tot productie, direct - in multinationale ondernemingen - of indirect - door middel van netwerken en samenwerkingsverbanden - op een wereldwijde schaal georganiseerd zijn.

Deze nieuwe mondiale economie is meer dan slechts een laag van economische activiteiten boven op het bestaande productieproces. De doelstellingen en waarden die voortvloeien uit de agressieve uitbating van de nieuwe productiviteitsmogelijkheden die de geavanceerde informatietechnologie biedt, bepalen en hervormen alle economische activiteiten. Bestaande processen worden op een andere voet gereorganiseerd, bijvoorbeeld van nationale naar transnationale productie, of moeten zich herpositioneren ten opzichte van de nieuwe hoogproductieve sectoren.

Het verschil van de nieuwe economie met de wereldeconomie uit het verleden is dat "het een economie is die in staat is om 'real time' en op een mondiale schaal als een eenheid te werken."93

Het netwerk is de nieuwe, overheersende organisatievorm die is terug te vinden in alle geledingen van de maatschappij. Doordat het netwerk een uiterst dynamische organisatievorm is, worden regio's of bevolkingsgroepen die als consument of producent iets kunnen betekenen snel in een netwerk opgenomen. De keerzijde van deze flexibele organisatie is dat ze ook heel snel weer worden uitgesloten - als blijkt dat ze hun waarde als producent of consument verloren hebben. In netwerken worden delen die waarde hebben 'aangezet' en delen die hun waarde verliezen - bijna letterlijk - 'uitgeschakeld'.

De Derde Wereld zoals we die meenden te kennen is dan ook verdwenen, aldus Castells, omdat er ook hier regio's zijn die (tijdelijk) in de netwerken van de mondiale economie worden opgenomen. Eerder is er nu sprake van het ontstaan van een Vierde Wereld, die bestaat uit regio's die min of meer permanent zijn 'uitgeschakeld': gebieden die vroeger nog werden geëxploiteerd, maar nu voor de wereldeconomie irrelevant zijn geworden. Deze Vierde Wereld is ook niet meer regionaal te lokaliseren, maar strekt zich uit van delen van Afrika tot de verpauperde achterbuurten van metropolen in Europa en de Verenigde Staten. Castells beweert geenszins dat de netwerkeconomie niet in staat zal zijn een verbetering van de levenscondities van een groot aantal mensen te bewerkstelligen. Hij is echter zeer sceptisch over de voorspellingen die beweren dat er sprake is van een nieuwe economische ontwikkelingswijze die alle wereldbewoners direct ten goed zal komen.94

In het denken over de veranderingen die de informatie- en communicatietechnologie teweeg hebben gebracht, is het goed zeer kritisch te zijn ten aanzien van de rooskleurige voorspellingen over een toekomst waarin iedereen een volwaardig aandeel krijgt in de mondiale economie. Tegelijkertijd kunnen er, op basis van de beschikbare informatie en met behulp van de nieuwe mogelijkheden die de informatietechnologie biedt, ook strategisch keuzes worden gemaakt om de kloof tussen arm en rijk niet groter te laten worden.95 Gezien de kerkelijke betrokkenheid bij de vragen rond armoede en de verdeling van de rijkdom in de wereld, is het te verwachten dat ook de kerken zich zullen verdiepen in deze nieuwe ontwikkelingen. De inzet van de nieuwe technologieën voor een rechtvaardiger verdeling van welvaart in de wereld, vraagt visie en creativiteit. De kerken kunnen hier wereldwijd een bijdrage leveren door zich te bezinnen op de eigen mogelijkheden.


91. Castells, M., The Information Age: Economy, Society and Culture. Vol. I, II and III. Oxford, 1996, 1997, 1998. Voor een weergave van enkele kernpunten in Castells betoog heb ik gebruik gemaakt van:
Stalder, F., The Network Paradigm: Social Formations in the Age of Information, in: The Information Society 14, No. 4, 1998, pp. 301-308. Ook: http://www.indiana.edu/~tisj/readers/full-text/14-4%20Stalder.html, en
Minderhout, W., De Wereldwijde Weemoed van Manuel Castells, in: Socialisme & Democratie, jrg 57, nr. 6, 2000.
92. Castells, M., The Rise of the Network Society, The Information Age: Economy, Society and Culture, Vol. I. Oxford 1996. p. 93.
93. Castells, M., idem, p. 92.
94. Zie het interview met Castells: Oosterbaan, W., 'We hebben een machine gemaakt die door niemand beheerst wordt; Socioloog Manuel Castells over de netwerkeconomie' , in: NRC Handelsblad, 8 november 1997, 33.
95. Een voorbeeld van hoe zo'n strategische keuze concreet vorm kan krijgen, is het Network Startup Resource Center (NSRC) ( zie: http://www.nsrc.org/) een non-profit organisatie uit de VS die met weinig middelen, veel improvisatievermogen en de benodigde technische kennis ondersteuning biedt bij het opbouwen van computernetwerken en internetverbindingen in ontwikkelingslanden. De NSRC heeft in diverse landen, in samenwerking met locale technici, het allereerste internetcontact tot stand gebracht . Een ander goed voorbeeld is Bytes for All, een vrijwilligersorganisatie die zich richt op Zuidoost-Azië en gevormd is door mensen die zelf uit deze regio afkomstig zijn. Zie: http://www.bytesforall.org/