3.2.1 Communicatio Divina

Het Communicatio Divina-model verwijst naar de theologische ontwerpen waarin het begrip 'communicatie' gedefinieerd wordt als een van de meest karakteristieke elementen van God, Christus en de Heilige Geest. Bedoeld wordt de interne communicatie van de personen in de goddelijke triniteit. Daarnaast is er, in de lijn van de klassieke protestantse orthodoxie, sprake van de communicatie tussen de goddelijke en de menselijke natuur in Christus (communicatio idiomatum)34, waaruit de communicatie tussen God en mens afgeleid wordt. Gods communicatie met de mens is vervolgens de basis voor de communicatie tussen mensen onderling. Wanneer de communicatie tussen mensen misloopt, is dit terug te voeren op de initiële breuk tussen God en mens. Deze breuk kan enkel worden hersteld door Christus. Diens communicatie loopt via zijn verkondiging.

Het probleem met het model van de communicatio divina is dat de communicatie hier grotendeels zonder media geschiedt. Deze communicatie zonder instrumenten is karakteristiek voor de communicatio divina. Vanuit dit perspectief beschouwd is de communicatie met behulp van media een afgeleide, inferieure vorm. Omdat de communicatio divina hier echter wel de norm is voor het denken over communicatie, leidt dit tot irreële verwachtingen ten aanzien van de communicatie van de kerken via de media. Communicatie wordt het toverwoord in de aanpak van kerkelijke problemen als het verlies van geloofwaardigheid en verlies van sociale relevantie. Opvallend is ook dat de heilshistorie hier getypeerd kan worden als een communicatieproces waarin de mens een ontvanger is, van wie geen werkelijke reactie wordt verwacht. De communicatiemiddelen zijn slechts de technische dragers van een boodschap die via een eenrichtingsverkeer wordt uitgezonden. Zo er al sprake is van een kritische beschouwing van de wijze waarop de communicatie plaatsvindt, is de kritiek in dit model eerder gericht op de vorm dan op de inhoud.


34. Preciezer geformuleerd: de communicatie tussen of wederzijdse gemeenschap van de eigenschappen van de goddelijke en menselijke natuur van Christus. Deze communicatio idiomatum wordt afgeleid uit de communio naturarum, de gemeenschap van de twee naturen (goddelijk en menselijk) in de ene persoon van Christus. Door de calvinistische orthodoxie werd de communicatio idiomatum opgevat als een communicatio realis wat betreft de persoon van Christus, maar als een communicatio verbalis wat betreft zijn twee naturen. Dit onderscheid - dat de Lutherse traditie nadrukkelijk niet maakt - is een poging de goddelijke en menselijke attributen toch niet geheel te laten vervloeien. Cf. Heppe, H., en E. Bizer, Die Dogmatik der evangelisch-reformierte Kirche, Neukirchen 1935, p. 328. Deze terughoudendheid kan worden begrepen uit de poging van Calvijn te waken voor speculaties over de twee naturen buiten de persoon en het werk van Christus om. Zie: Beker, E.J., en J.M. Hasselaar, Wegen en Kruispunten in de Dogmatiek 3, Kampen 1981, p. 58-60.