3.3.6 Partenia, de virtuele diocees: nieuwe functies van de kerk in cyberspace

De bisschop van het Franse Evreux, Jacques Guillot, werd in januari 1995 door het Vaticaan uit zijn functie ontheven om vervolgens te worden benoemd tot bisschop van Partenia, een diocees in de Algerijnse woestijn. De overplaatsing naar Partenia was een weinig verholen poging Guillot het zwijgen op te leggen. De bisschop had zich, sinds zijn benoeming in 1982, te vaak en te kritisch uitgelaten over onderwerpen die in de rooms-katholieke kerk als taboe gelden. Guillot pleitte voor een discussie over thema's als de kerkelijke ordinatie van vrouwen, de opheffing van het priestercelibaat en het recht op abortus. Daarnaast is Guillot politiek sterk geëngageerd en koos hij positie in gevoelige kwesties als de Golfoorlog, de doodstraf, de omgang met Aids-slachtoffers en de maatschappelijke positie van de zogenaamde 'illegale' vluchtelingen, les sans-papiers.

Deze duidelijke stellingname in kerk en politiek leidde tot Guillot's verbanning naar Algerije. Partenia is een kerkprovincie die feitelijk slechts op papier bestaat, sinds de laatste actieve bisschop, Rogatus, er in de vijfde eeuw door de Vandalen werd verdreven. Het is onbekend in welk jaar de diocees werd gesticht en ook de precieze locatie van Partenia is slechts te gissen. Ironisch detail is dat Guillot Algerije kende uit zijn diensttijd in de Frans-Algerijnse oorlog. Juist die periode vormde hem in zijn denken over een leven volgens het principe van geweldloosheid.

Voor Guillot werd Partenia het symbool voor alle mensen die zich in de maatschappij en de kerk buitengesloten voelen. Zijn visie op een kerk zonder grenzen werkte hij uit door het stichten van een virtuele gemeenschap. Partenia kreeg een website, die spreekbuis werd voor de verbannen bisschop. Zijn gehoor werd nu groter dan ooit. Partenia is de eerste virtuele diocees: een vergeten plaats in de woestijn ontwikkelde zich tot een ontmoetingspunt in cyberspace. Op de website zijn in zeven talen open brieven van Guillot te lezen, waarin hij verslag doet van zijn ervaringen in zijn werk in Parijs met dak- en thuislozen en vreemdelingen zonder papieren, en zijn visie geeft op diverse politieke ontwikkelingen. Verder biedt de website een gespreksforum waar mensen met uiteenlopende kerkelijke achtergronden met elkaar van gedachten wisselen.

Een opvallend element in het verhaal van Partenia is de kracht van internet als communicatiekanaal voor oppositiegroepen, in dit geval binnen de kerk. Daar waar de toegang tot de communicatiemedia doorgaans in handen is van een kleine elite met veel macht, is nu een medium voorhanden waartoe ook de minder invloedrijken toegang hebben. Het bereik van internet is tegelijkertijd bijzonder groot: teksten, geluids- en beeldopnamen die worden gepubliceerd op internet, zijn wereldwijd te ontvangen. Aan een discussieforum op internet kan een internationaal gezelschap deelnemen. De zeventaligheid van de Partenia-website illustreert op heldere wijze hoezeer de keuze voor een of meerdere talen de doelgroep uit kan breiden, in een medium waar het Engels tot nu toe overheerst.

In het voorbeeld van Partenia wordt duidelijk hoe kerken en groepen mensen binnen de kerk nieuwe mogelijkheden vinden om internet te gebruiken voor communicatie. Partenia laat zien dat het internet een belangrijke functie kan vervullen in de kerkelijke communicatie over zaken op het grensvlak van geloof en maatschappij. Dat de interactiviteit van de communicatie zich ook hier weer beperkt tot het discussieforum en de mogelijkheid te reageren via e-mail, is veelbetekenend. De vraag rijst in hoeverre de kerken alle mogelijkheden van internet benutten in de communicatie tussen zender en ontvanger. Deze vraag naar de mogelijkheden zal in hoofdstuk vier verder worden besproken.